Fascinatie voor complexe puzzels

Fascinatie voor complexe puzzels

“We zagen steeds meer vragen die raakvlak hebben met energie én ruimte”, vertelt Boris Hocks van Generation Energy. “Daarom zijn we vijf jaar geleden met Generation Energy begonnen, als spin-off van PosadMaxwan. Ik richt me op de ruimtelijke kant van de energietransitie. Welke ruimtelijke kansen en uitdagingen zijn er voor de energietransitie in Nederland?”

Boris Hocks spreekt op het seminar MCD van de Erasmus Universiteit, op 7 april in Rotterdam.

“We adviseren gemeenten en overheden, maar ook commerciële partijen, over de mogelijkheden en onmogelijkheden. Zo houden we ons nu bezig met regionale energietrajecten en speelden we een rol in het klimaatakkoord. Wat betekenen de afspraken die we nu maken, vaak uitgedrukt in cijfers, nu in ruimtelijke impact? Neem hubs, waarbij vaak gedacht wordt aan mobiliteitshubs: dat kunnen ook energiehubs zijn. Wat voor rol kan zo’n hub spelen in een energiesysteem? Als stedenbouwkundige heb ik echt een fascinatie voor ingewikkelde puzzels. Hoe complexer, hoe leuker.”

-Boris Hocks, directeur Generation Energy én spreker op het seminar MCD. 

“Als het over hubs gaat, gaat het soms – oneerbiedig gezegd – over een veredelde parkeergarage. We willen ons daar in een vroeg stadium mee bemoeien, want hubs bieden zoveel meer mogelijkheden, ook voor de energieopwekking. Zo zagen we in Zwolle kans op de energieopwerkking buiten de stad te combineren met mobiliteitsvraag, beide vragen op een vergelijkbare plek om ruimte. Dan kun je al snel een combinatie maken. Aan de andere kant zie je ook dat nogal zijdelings gesteld wordt dat een buurthub ook een soort ‘buurtbatterij’ kan zijn, als we er toch al deelmobiliteit hebben. Maar die deelauto’s van die hub zijn de hele dag op straat, die kun je dan niet gebruiken als stabiliserende energiebuffer. We moeten ons meer drukmaken over het profiel dat hoort bij een energiehub in combinatie met een mobiliteitshub. Dat is best ingewikkeld – maar dat is juist leuk.”

Veranderend vraagpatroon

“Één van de belangrijkste vragen op energiegebied momenteel zijn vragen die voortkomen uit ons veranderde vraagpatroon. We maken voor steeds meer verschillende doeleinden gebruik van elektriciteit. Denk aan elektrische auto’s of het gebruik van warmtepompen. Dat betekent ook dat we aanpassingen moeten maken in ons energiesysteem en de onderliggende infrastructuur. Alleen op die manier kun je een veranderend vraag en een veranderend aanbod op elkaar laten aansluiten. Ons vraagpatroon (en aanbod van duurzame energie uit zon en wind) zorgt ook voor een zekere volatiliteit in het systeem, daar moet je op inspelen door buffermaatregelen te nemen. Een hub kan daar een rol in spelen, als je die hub ook inzet als stabiliserende batterij. De onzekerheden in ons systeem en de onzekerheden over hoe de energievraag eruit zal zien vragen dat we op een slimme manier beide systemen met elkaar verbindt.”

Energie heeft ruimte nodig

“Een andere vraag is de vraag ‘waar dan?’. Tot nog toe moffelden we de energievoorziening een beetje weg in een kastje op straat of onder de grond. Een transitie naar een ander energiesysteem en andere mobiliteit maakt het ruimtelijke vraagstuk dominanter. We voegen als het ware een extra laag toe aan ons planningsinstrumentarium, dat gaat soms zo ver dat het energiesysteem leidend kan zijn bij de inrichting van een stad of wijk. Tot nog toe was het zo dat je een wijk aan kon leggen, de netbeheerder belde en die sloot dan de boel wel aan. De netbeheerder mag daar ook helemaal geen nee tegen zeggen, dus die zegt nog steeds altijd ja; maar nu wel steeds vaker een ‘ja, maar pas over vijf of tien jaar, want eerder heeft het energiesysteem die capaciteit niet.’ Daarom moet je nú gaan plannen. Het kan dan best zijn de je bijvoorbeeld eerst de ene wijk aanlegt, omdat daar wél ruimte op het net voor is, en daarna pas aan een andere wijk begint. Net zoals je geen woonwijk gaat bouwen die onbereikbaar is voor de inwoners, bouw je ook geen woonwijk waar geen energie naar toe kan. De grens aan energie komt door beperking aan de ruimte. In theorie is wind- en zonne-energie weliswaar eindeloos, maar de ruimte die je hebt voor het plaatsen van zonnepanelen of het aanleggen van windparken niet.”

Breder perspectief

“Vanuit energieperspectief is een hub veel meer dan alleen een mobiliteitshub of een parkeermachine. Hubs kunnen een grote rol spelen in de energietransitie, van kleine hubs tot grote cityhubs. Redenerend vanuit het energiesysteem is er op heel veel plekken aanleiding om een hub te ontwikkelen. Slim denken biedt kansen. Neem een voorbeeld in Rotterdam, waar een wethouder misschien wel een locatie wist voor een hub. Daar lag wel elektra en ook wel infrastructuur, maar opvallender nog was het postsorteercentrum om de hoek. Dat is een energievrager, maar kan ook een stabilisator zijn. Vanuit energie bekeken heb je zo meer keuze uit locaties voor hubs dan vanuit enkel het mobiliteitsvraagstuk.”

“Door het mobiliteitsvraagstuk én het energievraagstuk te koppelen wordt de business case voor een hub ook heel anders. Alleen mobiliteit biedt toch vaak een vrij fragiele financiële onderbouwing voor een hub, maar als kosten en baten voor een energiehub in hetzelfde plaatje passen, ziet dat plaatje er echt anders uit. Vanuit het energiesysteem is het wenselijk een grote batterij te hebben aan de rand van de stad, of om de hoek van waar je woont. Dat parkeerveldje is er waarschijnlijk al. Maak je daar een (kleine) energiehub van, dan is het ook logisch om op te schalen en bijvoorbeeld deelvervoer aan te bieden. Zo zijn er nog veel meer koppelmogelijkheden.”

We moeten elkaar wel vinden

“Stedenbouwkundigen en mobiliteitsprofessionals weten elkaar nog niet goed genoeg te vinden. We hebben elkaar wél heel hard nodig, maar we moeten nog een brug slaan. We weten te weinig van elkaar, en belangrijker nog, we zien niet altijd wat de implicaties van ruimtelijk beleid op de energievraag zijn en vice versa. Soms moet je echt een locatie heroverwegen omdat het gewoon niet past in het energiesysteem. Kortom: we moeten keuzes maken in tijd, geld en ruimte waarbij we zeker weten dat er beperkt tijd is, ruim voldoende geld, maar dat ruimte eindig is. “

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven